E lke week kwam hij er minstens één keer, zijn favoriete kroegje in de Binnenstad. Waarom hij het daar zo gezellig vond, was hem niet altijd even duidelijk. Waren het de, meer dan vijftig soorten, bier die ze op de kaart hadden staan? Of de, ik-ben-gewoon-mezelf-en-kleed-me-daarom-minder modieus houding, van vele vaste bezoekers? Of was het misschien het feit dat er muziek gedraaid werd die grotendeels zijn goedkeuring kon wegdragen? Het was in ieder geval zo’n kroegje waar hij op z’n gemak in z’n uppie binnenliep, een biertje bestelde en aan de bar ging zitten, donker en knus. Deze avond was het vreemd genoeg anders, hij was dit keer sowieso niet alleen maar met z’n beste maatje, de dag was weliswaar extreem zonnig en warm geweest, maar er hing ook een totaal andere sfeer. De sfeer was het beste te vergelijken met zijn ouderlijk huis op maandagmiddag. Van dinsdag tot en met zondag werd er door vijf personen geleefd, maar op maandagochtend gingen de stoelen op de tafel, de ramen ‘tege